beknopte geschiedenis van Potterij Zaalberg 1918 – 2023
in het boek ‘100 jaar Klei en Vuur’ de volledige geschiedenis en foto’s
Op 1 mei 1918 begint Herman Zaalberg senior zijn eigen pottenbakkerij aan de Hoge Rijndijk te Zoeterwoude. Hij kan heel goed tekenen en boetseren, kent de klei, maar het draaien nog niet. Thuis heeft hij in zijn schuurtje op een zelf getimmerde draaischijf zich het draaien geleerd, in de keuken de eerste recepten van glazuren samengesteld en uitgeprobeerd.
Nu is het zover: hij huurt een werkplaats met een kleine pottenbakkersoven en met een neef en een oudere draaier begint hij ‘Aardewerkfabriek De Rijn’. De verkoop wordt eerst door vertegenwoordigers geregeld, maar als Meindert 16 jaar is (1923) krijgt hij een lange broek en mag hij de verkoop behartigen. Met een koffer vol monsters achter op de fiets naar het station Leiden en dan naar de relaties verspreidt in het land.
Op zijn reizen ontmoet Meindert bloemisten met belangstelling voor Japanse en Chinese keramiek, zij vertellen hem over eenvoud in de schikkingen en de daarbij passende keramiek, ‘de vaas dienstbaar aan de bloem’. Dit past precies bij de gedachten die zijn vader had omtrent overbodige versieringen, bij Meindert wordt dit vertaald naar eenvoudige vormen, rustige glazuren, nuttige modellen. Zo ontmoet hij gelijkgestemden bij de vernieuwers van het interieur zoals Bas van Pelt, leden van de BKI en GKf.
1936: Meindert draait een theeservies voor Truus, tot nu toe gebruikten zij een Tsjechisch servies, waarom niet zelf maken? Zo ook een ontbijt- en een eetservies voor Truus. Vrienden en relaties zien dit! Bas van Pelt wil dit meenemen naar een beurs in Parijs om zijn tafels aan te kleden, het begin van vele serviezen en gebruiksvoorwerpen. Vooral na 1945 is er veel belangstelling voor ambachtelijk vervaardigde gebruiksvoorwerpen.
Na 1948, als de grondstoffen weer op orde zijn en op tijd geleverd kunnen worden, breekt een periode van vernieuwingen aan: een donkerbruine ruwe klei met engobe decoratie, een zwartbakkende klei met lijn decoratie, op roodbakkende klei een witte engobe met transparante glazuren uit de zelf gebouwde fritteoven. Zelfs worden op hoge temperatuur porselein proeven gebakken, deze krijgen een blauw stempeltje MP.
draaierij en ovenhuis van de pottenbakkerij in 1952
Meindert wil een huis met privé-atelier om zonder zakelijke onrust te kunnen werken en realiseert dat in Ommen. Het werk dat hij daar maakt heeft behalve de signering ook PO op de bodem.
1957 Nog voor zijn plannen voor een eigen atelier heeft Meindert Het Witte Huis gekocht en daar een nieuwe toonzaal ‘Raku Yaki’ (met vreugde gebakken) gevestigd.
Ruimte voor vazen en schalen en voor de winkeliers die komen uitzoeken, ruimte in de werkplaats waar we met veertien medewerkers alles maken en bakken.
1957 Herman heeft zijn opleiding afgerond: bij vader Meindert in de draaierij, een jaar in Engeland Rye Potteries en Richard Parkinson Porcelain en anderhalf jaar in Duitsland de Höhere Fachschule Höhr Grenzhausen. Zijn belangstelling ligt vooral bij de gebruiksvoorwerpen, zijn eerste servies is model Hollebol, in 1962 gevolgd door model Ringeling.
Naar aanleiding van een foto van onze kop en schotel MR in het Italiaanse tijdschrift Domus en een zoektocht door Milaan vindt Paul Secon ons adres. Hij wil voor zijn Pottery Barn in New York vijfdelige dinnersets bestellen in die glazuur: ‘griesmeel’, zie eetservies Ringeling. De kennismaking is heel hartelijk en hij bewondert de kwaliteit van ons werk.
De grote ‘proeforder’ wordt gevolgd door grote bestellingen waar wij een tijd aan kunnen werken en die wij in gedeelten afleveren. Ook the Crate and Barrel in Chicago bestelt deze dinnersets en daarnaast ook vazen en jampotten voor marmelade. We willen niet van hen afhankelijk worden, deze orders geven wel een behoorlijke zekerheid.
bloempotten, chachepots, ompotten, sierpotten, vele namen voor potten.
Broer Gijb heeft zijn opleiding in Faenza, Italië en bij een fabriek in Beer Sheva, Israël afgerond, samen willen zij de potterij voortzetten. Gijb heeft nieuwe ideeën en ontwikkelt nieuwe glazuren en decoraties, een banddecor op het servies Ringeling en een nieuw model eetservies: ‘Rondom’ en later ook ‘Concaaf’ en ‘Lima’.
Naast de serviezen in ijzerbruin en griesmeel worden ook de nieuwe serviezen zoals ‘Rondom in roomwit’ in Nederland, België, Keulen en Basel dikwijls besteld. En samen met de gebakstellen, de vazen, schalen, sierpotten en de plantenbakken voor huiskamer en kantoor, hebben we het heel druk. Gelukkig is iedereen bereid zo nodig extra uren te komen werken. De sfeer in de werkplaats is prettig, iedereen voelt iets van trots als de oven geopend wordt en hun werk er prachtig uitziet. Gijb zorgt ervoor dat in de werkplaats alles soepel verloopt en Herman bezoekt twee maal per jaar de winkels en bemant de stands op de Jaarbeurs in Utrecht en Frankfurt, Tuin en Park, edg. en zorgt voor toonzaal en kantoor. Daarnaast marcheert bij beiden een jong gezin dankzij Wil en Mieke.
Er wordt door de winkeliers veel op de toonzaal uitgezocht, gekocht en meegenomen.
Voor elke Jaarbeurs weer nieuwe modellen.
1974, proefopstelling van grote plantenbakken in bibliotheek Bodegraven, architect A.Kasbergen. Wij maken voor bloemen en planten vazen en potten van klein tot groot.
1970 De ronde met turf gestookte ovens worden omgebouwd voor het ontdekte Groninger aardgas, het steken van turf wordt beëindigd. De glazuren worden nu anders dan in de met as en rook gevulde turfovens, anders, ook mooi. We besluiten een nieuwe inrijoven te laten bouwen om ook serviezen in de glazuren van de vazen te kunnen leveren.
Problemen komen onverwacht en soms tegelijkertijd.
1973 oliecrises, U.S.dollar devalueert met 50%, hoge importheffingen: export New York en Chicago valt weg, Nederland en Europa komen drie jaar lang in een recessie. Het is moeilijk nieuwe medewerkers aan te trekken, andere pottenfabrieken proberen onze mensen aan te trekken, enkele medewerkers van het eerste uur gaan met pensioen.
1978 de potterij bestaat 60 jaar, dat vieren we met een Keramiek en Ikebana expositie.
Enkele ontwerpen van Gijb uitgevoerd tussen 1963 en 1979.
Nieuwe modellen voor serviezen zoals model Lima, Tasttoe en zeker Ovenrand in Roomwit en Matzwart zijn eigentijdse modellen voor jonge mensen, toch zijn het slechts een paar winkels die bestellingen plaatsen, veel kunstnijverheidswinkels sluiten bij gebrek aan opvolging of door forse huurverhogingen.
In 1979 installeert Gijb in Leerdam een atelier en maakt daar objecten in keramiek voor tentoonstellingen en geeft lessen.
Herman wil het bedrijf voortzetten met een kleinere bezetting, meer zelf draaien en glazuren, genieten van het vak en creativiteit, verkoop in eigen toonzaal stimuleren, minder reizen. Met de medewerkers samen de bruikbare voorwerpen voor het interieur en de aanvullingen van de serviezen verzorgen. In een nieuwe werkplaats bij de toonzaal.
1985 ‘Ovenrand’ nest schalen laag en hoog met/zonder deksel.
Persoonlijke borden
Collectie voor de Jaarbeurs in Utrecht en de Messe in Frankfurt. Ontwerpen Herman Zaalberg
2000 De vaas links en de schaal zijn de eerste met een gesneden opening, het vervolg:
de rechter vaas maakt de overgang van vaas naar bloemstuk tot een verrassing.
De in 1982 nieuwe op aardgas gestookte oven is volop in gebruik
Tot 2004 lukt het de gebruiksvoorwerpen te blijven maken, dan vertrekken de laatste medewerkers o.a. Andries die de theepotten en de kop en schotels zo prachtig kon draaien, maar nu hij 72 is geworden, het welletjes vindt.
Potterij Zaalberg wordt een atelier met één pottenbakker: Herman Zaalberg en op de toonzaal Mieke Zaalberg-Raijmakers. Dat resulteert in twee tentoonstellingen per jaar met “keramiek en ikebana”, waar liefhebbers graag voor uitgenodigd worden, (zij krijgen Mieke’s zelf gebakken koekjes).
2020 Na experimenten, terug naar eenvoud.
het is een prachtig vak................
het opbouwen met plakken chamotteklei,
wat niet rond wil zijn, gieten in gipsmallen,
de vaas versnijden en verbuigen,
vorm geven aan klei, duizenden jaren oud,
of het voelen aan de schaal van dik naar dun,
de spanning van het contour, de lijn.
genieten is ook: de herkenning van het eigene in het eenmalige
Herman Zaalberg, juni 2023 Wij zijn nog niet klaar, wordt vervolgd